Vragen en antwoorden flexwonen Maasstraat: kwaliteit van wonen

Op de informatieavond hebben wij u de mogelijke plaatsing van het gebouw getoond. Op dit moment is het nog niet definitief hoe de plaatsing in de omgevingsvergunning aangevraagd wordt, maar die zal hier niet veel van afwijken. Bij een hoogte van 9 meter en een afstand van 19,50 meter tot de dichtstbijzijnde tuinen meter is er vanuit de appartementen geen zicht in de tuinen.

De ruimtelijke impact van de woningen wordt zoveel mogelijk beperkt door de plaatsing achter de huidige bomenrij. De parkeerplaatsen die nodig zijn worden zoveel mogelijk bij de woningen gerealiseerd. De wijk heeft voldoende ruimte om het overig deel van het parkeren op te lossen. Om gebruik te kunnen maken van de regeling van het Rijk zijn 36 woningen het minimaal aantal woningen dat afgenomen kan worden.

Flexwoningen hebben weliswaar een andere kwaliteit dan reguliere woningen maar er is zeker geen sprake van een lage kwaliteit. Een verdere verpaupering kan door de realisering van deze flexwoningen mogelijk juist worden verminderd.

In de ochtenduren komt er minder zon op de woningen aan de Maasstraat 2-12 en de Scheldestraat 20-24.
In de winter (19 februari) komt er tot 10.00 uur minder zon op de woningen Maasstraat 2-12 en Scheldestraat 20-24. In de zomer (vanaf 21 juni) geven de flexwoningen tot 8.00 uur minder zon op de woningen Maasstraat 4-12. In de herfst (vanaf 21 oktober) geven de flexwoningen tot 9.00 uur minder zon op de woningen Maasstraat 2-8 en Scheldestraat 20-24. Voor overige woningen geldt dat er weinig tot geen verandering is van het aantal zonuren.

Niet de leeftijd van de kern maar het woningtype is van invloed op de frequentie van de wisseling van bewoners. De frequentie daarvan zal bij flexwoningen (maar ook bij bijvoorbeeld portiekwoningen) inderdaad gemiddeld hoger zijn dan bij bijvoorbeeld een 2 onder 1 kapwoning. Dat kan echter zowel in een oude als in een nieuwe kern zijn.

Bij een nieuwe ontwikkeling wegen we altijd verschillende belangen af. Ondanks de maatschappelijke urgentie moet er altijd sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening. Daarom onderzoeken wij of er met deze ontwikkeling nog steeds sprake is van een goede ruimtelijke ordening en motiveren we dit in de ruimtelijke onderbouwing die voor dit plan wordt opgesteld.