Veelgestelde vragen Islamitisch Centrum Barendrecht
De gemeente krijgt veel vragen van inwoners en raadsleden over de plannen voor en ontwikkelingen rondom het Islamitisch Centrum Barendrecht (ICB). Via insprekers en raadsvragen is het onderwerp een aantal keer aan bod gekomen in vergaderingen van de gemeenteraad en commissie ruimte. Bij nieuwe ontwikkelingen informeert het college van B&W de gemeenteraad via openbare raadsinformatiebrieven en beantwoording van raadsvragen en worden nieuwsberichten op deze website geplaatst. Tegelijkertijd worden op verschillende plekken dezelfde vragen gesteld. Daarom hebben we de meest gestelde vragen op een rij gezet. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt deze pagina aangevuld.
Toezicht & Handhaving
De vestiging van een islamitisch centrum en/of moskee op het bedrijventerrein in Bijdorp is volgens de lokale omgevingsregels niet toegestaan. Voor de vestiging van een moskee op het bedrijventerrein in Bijdorp is geen vergunningsaanvraag gedaan om van de huidige regels af te mogen wijken. De gemeente heeft geconstateerd dat er afgelopen weken toch activiteiten van het Islamitisch Centrum Barendrecht (ICB) hebben plaatsgevonden in het bedrijfspand in Bijdorp die in strijd zijn met de regels die voor het bedrijventerrein gelden. Voor deze overtreding geldt de Algemene wet bestuursrecht. Daarom heeft het college van B&W besloten te gaan handhaven. Na het eerdere voornemen tot last onder dwangsom, is op 25 juni 2025 een last onder dwangsom opgelegd.
Doordat handhaving van de omgevingsregels vooral een juridisch proces is, kan het voorkomen dat ingezette handhaving niet direct zichtbaar is.
Handhaving van overtredingen van de omgevingsregels werkt op een andere manier dan handhaving bij bijvoorbeeld misdrijven of verkeersovertredingen. Bij overtredingen van de regels in het Omgevingsplan, gaat het om juridische procedures die, door wettelijk verplichte stappen en termijnen, een verplichte doorlooptijd hebben. Deze stappen doorlopen we momenteel. Zo was er eerder het ‘voornemen tot last onder dwangsom’ waarop een zienswijze kon worden ingediend. Regelmatige controles en het vastleggen van overtredingen zijn een standaard onderdeel van dit proces.
Doordat handhaving van de omgevingsregels vooral een juridisch proces is, kan het voorkomen dat ingezette handhaving niet direct zichtbaar is.
Op 13 mei is het besluit ‘voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom’ genomen. Dit is een noodzakelijk stap in het handhavingstraject. Hiermee verzocht de gemeente het ICB te stoppen met het organiseren van activiteiten in het pand in Bijdorp. Het ICB heeft hierna een een zienswijze ingediend. In deze wettelijk verplichte periode konden er nog activiteiten plaatsvinden. De gemeente voert controles uit en legt overtredingen vast.
Op 25 juni 2025 is een last onder dwangsom opgelegd. De last onder dwangsom houdt in dat het ICB binnen twee weken moet stoppen met de niet toegestane activiteiten. Doen zij dit niet, dan moet de dwangsom van 20.000 euro worden betaald. Deze termijn is nu in overleg tussen de betrokken partijen verplaatst naar het moment dat de rechtbank uitspraak doet in de voorlopige voorziening. ICB vraag de rechter om de termijn nóg langer te verlengen, namelijk tot 6 weken na het moment dat de bezwaarcommissie inhoudelijk uitspraak heeft gedaan in de zaak.
Als de overtreding daarna nog steeds plaatsvindt, moet de dwangsom worden betaald én kan de gemeente opnieuw een dwangsom opleggen. De gemeente volgt hierbij de wettelijk verplichte stappen in een handhavingsproces bij het overtreden van omgevingsregels.
Hier wordt ook op toegezien door onze inspecteurs.
ICB heeft bezwaar gemaakt tegen het handhavingsbesluit (de last onder dwangsom) van de gemeente Barendrecht. Dit bezwaar wordt behandeld door de onafhankelijke bezwaarschriftencommissie van de gemeente Barendrecht. Deze commissie staat los van het gemeentebestuur.
Een voorlopige voorziening kan aangevraagd worden bij de rechtbank. Men vraagt dan de rechter om een besluit van een gemeente of andere overheidsinstantie tijdelijk buiten werking te stellen. Het is een tijdelijke beslissing van de rechter in afwachting van het advies van de bezwaarcommissie.
Het ICB verzoekt de rechter om het handhavingsbesluit van de gemeente, de last onder dwangsom, te schorsen (tijdelijk buiten werking stellen) tot zes weken na het advies van de bezwaarschriftencommissie van de gemeente Barendrecht.
De zitting vindt plaats op 10 juli in de rechtbank van Rotterdam. Uitspraak volgt niet direct, maar naar verwachting binnen een tot twee weken.
Volgens de last onder dwangsom zou het ICB op 9 juli het bedrag van de dwangsom moeten betalen indien het pand op of na die datum voor activiteiten wordt gebruikt die niet passen binnen het omgevingsplan. Naast de ingediende zaak bij de rechtbank voor de ‘voorlopige voorziening’, heeft het ICB de gemeente verzocht om in ieder geval uitstel van dit termijn tot na de uitspraak van de rechter daarover. Omdat dit gebruikelijk is en de rechtszaak al op 10 juli plaatsvindt, gaat de gemeente hiermee akkoord.
De gemeente houdt vast aan de opgelegde last onder dwangsom omdat zij wil dat er een eind komt aan de niet toegegane activiteiten in het pand in Bijdorp. De advocaat van de gemeente zal bepleiten om de voorlopige voorziening niet toe wijzen.
Wanneer de rechter de gemeente in het gelijk stelt, dan mag het pand niet meer voor religieuze activiteiten en bijeenkomsten gebruikt worden terwijl de bezwaarprocedure loopt. Wanneer de rechter het ICB in het gelijk stelt, wordt het betalen van last dwangsom tijdelijk opgeschort, tot zes weken na de afhandeling van het ingediende bezwaar en mogen de activiteiten tot dat moment wél plaatsvinden.
Besluitvorming
Het college B&W benadrukt dat iedereen het recht heeft op vrijheid van religie en geen tegenstander is van een moskee of islamitisch centrum in Barendrecht. Het is niet aan de gemeente, maar aan initiatiefnemers om dit te realiseren op een daarvoor, volgens de regels, geschikte locatie. Participatie is daarbij een verplicht onderdeel binnen de omgevingswet. Waar het gaat om de wensen en de plannen van de initiatiefnemers, is het aan hen om richting belanghebbenden te communiceren.
Het staat iedereen vrij een islamitisch centrum te vestigen op een locatie waar dat volgens de regels in toegestaan. Wanneer een vestiging strijdig is met de regels, moet een aanvraag voor een vergunning worden gedaan.
Vrijwel direct na de aankondiging van initiatiefnemers heeft een kort openbaar debat plaatsgevonden gemeenteraad. Vervolgens is tijdens twee vergaderingen van de raadscommissie ruimte ingesproken door belanghebbenden. Het college van B&W informeert de gemeenteraad actief wanneer er relevante ontwikkelingen zijn. Dat wordt onder andere gedaan via openbare raadsinformatiebrieven die altijd worden gepubliceerd op https://barendrecht.raadsinformatie.nlExterne link. Het onderwerp heeft nog niet op de reguliere agenda van de gemeenteraad gestaan omdat er nog geen vergunningaanvraag is gedaan en er geen voorstellen voorliggen.
Omgevingsplan & voorbereidingsbesluit
De Omgevingswet is een Nederlandse wet die alles regelt voor de leefomgeving waarin we wonen, werken, verplaatsen en ontspannen. Deze wet bundelt en vereenvoudigt de regels van 26 oude wetten, waaronder de Wet ruimtelijke ordening en de Wet natuurbescherming, en vormt zo een samenhangend wettelijk stelsel voor ruimte, milieu, natuur en water. Onder de Omgevingswet zijn gemeenten verplicht alle huidige bestemmingsplannen om tot vormen tot één omgevingsplan.
Het omgevingsplan regelt dat bepaalde activiteiten (bijvoorbeeld woningbouw, groene gebieden, bedrijven in bepaalde categorieën zoals kantoor- of winkelgebieden) op bepaalde plekken onder bepaalde voorwaarde toegestaan zijn. Activiteiten in gebieden zijn afgestemd op de naaste omgeving. Zodat er een goed woon- en leefklimaat ontstaat en activiteiten elkaar niet bijten. Door regels in het omgevingsplan kan er bijvoorbeeld niet zomaar een discotheek in een woonwijk komen. Of een attractiepark naast een seniorencomplex. Of een sloopbedrijf met veel geluidsoverlast naast een school. De gemeenteraad besluit over deze regels en stemt deze af op wetgeving van het Rijk, beleid van de Provincie en eigen onderzoeken naar de milieueffecten van nieuwe regels.
Met het voorbereidingsbesluit hebben we de meest recente jurisprudentie van de Raad van State in onze planologische regels verwerkt. Daardoor is heel duidelijk vastgelegd dat op bedrijventerreinen alleen bedrijven zijn toegestaan.